Profielen beheren:
Als u een profiel voor ad-hoc of toegangspunt (infrastructuur) wilt configureren, wijzigt u het netwerktype op het tabblad Geavanceerd.
Als u een profiel in de modus Toegangspuntwilt configureren, vinkt u het selectievakje 'Gebruik dit profiel voor de modus Toegangspunt' aan op het tabblad Algemeen.
U kunt maximaal zestien configuratieprofielen maken met het ACU. Als er zestien profielen zijn gemaakt, wordt er een foutbericht weergegeven als u op de knop Nieuw klikt. Verwijder een oud profiel of pas een bestaand profiel aan om dit opnieuw te gebruiken.